candidate.card.title

candidate.card.description

Je rechten op zak 2024 - Werken en zwangerschap

20/12/2023 | FR / NL
Wanneer moet ik mijn werkgever op de hoogte brengen?
Mag ik tijdens mijn zwangerschap overuren presteren?
Bestaan er werken die verboden zijn als ik zwanger ben?
Wat moet mijn werkgever dan doen?
Mag mijn werkgever me ontslaan tijdens de zwangerschap?
Hoelang duurt het moederschapsverlof?
Wat gebeurt er als ik ziek word tijdens mijn zwangerschap?
Welke formaliteiten moet ik vervullen?
Hoe wordt het kraamgeld berekend?
Heb ik recht op borstvoedingspauzes?
Ik word papa, heb ik recht op vaderschapsverlof?
Ik adopteer een kind, heb ik recht op adoptieverlof?

Je verwacht een kindje en je geluk kan niet op. Maar tegelijk roept deze belangrijke gebeurtenis ook een resem vragen op rond je werk. Als toekomstige ouder heb je rechten maar moet je ook, net als je werkgever, een aantal regels naleven. We zetten ze even op een rijtje.

Zo snel mogelijk om te genieten van de bescherming tegen ontslag. Ten laatste zeven weken vóór de vermoedelijke geboortedatum moet je aan je werkgever een medisch attest bezorgen dat de zwangerschap bewijst en de vermoedelijke geboortedatum aangeeft.

Neen. Als je zwanger bent (of borstvoeding geeft), mag je geen overuren doen, dit wil zeggen langer werken dan negen uur per dag of langer dan de wekelijkse arbeidsduur in de onderneming.

Ja. De wet verbiedt het uitvoeren van werken die jouw gezondheid en die van je kind in gevaar kunnen brengen. Meer bepaald mag je niet: 

  • blootgesteld worden aan giftige producten;
  • manueel laden en lossen tijdens de laatste 3 maanden van de zwangerschap en in de 9de en 10de week na de bevalling;
  • werken in temperaturen boven de 30° C;
  • manuele grond- en graafwerken verrichten;
  • werken in caissons met samengeperste lucht.

Vanaf het moment dat je werkgever op de hoogte is van je zwangerschap of borstvoeding moet hij:

  • hetzij de arbeidsomstandigheden tijdelijk aanpassen;
  • hetzij een andere werkpost voorzien die in overeenstemming is met je toestand;
  • hetzij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst opschorten.

Wanneer je zwanger bent, geniet je een bijzondere bescherming en je zwangerschap mag in geen enkel geval aanleiding zijn tot ontslag. De bescherming tegen ontslag begint vanaf het ogenblik dat je je werkgever hebt meegedeeld dat je zwanger bent en je dat kunt bewijzen (met een aangetekend schrijven of in het bijzijn van een getuige). Deze ontslagbescherming loopt tot een maand na het postnataal verlof (met inbegrip van de verlengingen).

Je werkgever kan je echter wel ontslaan om dringende redenen die vreemd zijn aan je lichamelijke toestand. Wanneer je toch wordt ontslagen, kan je dit ontslag betwisten. Je werkgever moet dan bewijzen dat er geen verband was met de zwangerschap. De rechtbanken aanvaarden doorgaans enkel zwaarwichtige redenen. 

Ook tijdens je ouderschapsverlof geniet je een speciale ontslagbescherming. Die bescherming geldt vanaf het ogenblik dat je je ouderschapsverlof aanvraagt tot drie maanden na afloop van het verlof.

Sinds kort hebben ook vaders en meemoeders – de vrouwelijke partner van de moeder van het kind – recht op zo’n bescherming van drie maanden wanneer ze hun ouderschapsverlof opnemen.

De totale duur van het moederschapsverlof bedraagt 15 weken (17 weken voor een meerling).

Wat het prenataal verlof betreft, heb je recht op:

  • 5 weken facultatief (die je gedeeltelijk of volledig kan overdragen naar het postnataal verlof);
  • 1 week verplicht (als je dit verlof niet opneemt, kan het niet worden opgenomen na de geboorte).

Het postnataal verlof anderzijds telt 9 weken verplicht na de geboorte (plus de eventuele overdracht van 5 weken prenataal verlof).

Wat als een feestdag valt tijdens mijn zwangerschapsverlof?

Je behoudt het recht op loon voor de feestdagen die binnen de eerste 30 kalenderdagen van je zwangerschapsverlof vallen.

 Als je ziek valt vóór of tijdens het prenataal verlof, wordt de periode van arbeidsongeschiktheid die samenvalt met de periode van facultatieve prenatale rust niet langer omgezet in een periode van prenataal verlof. Deze periode van arbeidsongeschiktheid behoudt het statuut van arbeidsongeschiktheid. Je behoudt dus het gewaarborgd loon dat je werkgever je betaald heeft. Dit betekent dat je je dagen kan overdragen en volledig zwangerschapsverlof kan genieten.

  • Zodra je zwanger bent, moet je een medisch attest opsturen naar je werkgever.
  • Bij het begin van het moederschapsverlof (ten vroegste 7 weken vóór de geboorte) moet je:
    • je werkgever op de hoogte brengen van de datum waarop je wenst te stoppen met werken ingevolge de zwangerschap;
    • een medisch attest bezorgen aan het ziekenfonds dat je een inlichtingenformulier terugstuurt dat jij en je werkgever moeten invullen. Dit inlichtingenformulier moet je zo snel mogelijk terugsturen naar het ziekenfonds. Het dient als basis voor het uitbetalen van het kraamgeld.
  • Als het moederschapsverlof plotseling aanvangt (wegens een incident in verband met de zwangerschap of als je baby te vroeg geboren wordt), moet je onmiddellijk een medisch attest opsturen naar je werkgever en naar het ziekenfonds.
  • Bij het hervatten van het werk (binnen de acht dagen na het einde van het moederschapsverlof) moet je het ziekenfonds op de hoogte brengen van je werkhervatting (je werkgever moet een attest afleveren).

Tijdens het kraamverlof (15 weken in totaal of 17 weken voor een meerling) betaalt het ziekenfonds kraamgeld. Voor de eerste 30 dagen bedraagt het kraamgeld 82% van het (niet-geplafonneerd) bruto dagloon. Vanaf de 31ste kalenderdag wordt dit 75% van het bruto dagloon. 

Wanneer je opnieuw aan de slag gaat na je moederschapsverlof, heb je recht op borstvoedingspauzes om je kind borstvoeding te geven of melk af te kolven.

De borstvoedingspauze duurt een half uur.

  • Als je minder dan 7,5 uur per dag werkt, heb je recht op één pauze.
  • Als je minstens 7,5 uur per dag werkt, heb je recht op twee pauzes.

Je hebt recht op borstvoedingspauzes tot negen maanden na de geboorte van je kind.

De pauzes worden niet vergoed maar je hebt wel recht op een vergoeding betaald door het ziekenfonds.

Om hiervan te kunnen genieten, moet je een akkoord sluiten met je werkgever dat de borstvoedingspauzes vastlegt en moet je het bewijs leveren dat je je kind wel degelijk de borst geeft. Dit bewijs moet iedere maand worden geleverd door een attest van een consultatiecentrum voor zuigelingen of door een medisch attest. 

Je bent in deze periode ook beschermd tegen ontslag.

Ja, bij de geboorte van je kind heb je het recht om gedurende 20 dagen afwezig te zijn van het werk binnen de vier maanden te rekenen vanaf de dag van de bevalling: de eerste 3 dagen zijn ten laste van je werkgever, de 17 volgende dagen worden je door je ziekenfonds vergoed.

De meeouder (hiermee bedoelen we de partner van hetzelfde geslacht van de biologische moeder) kan onder bepaalde voorwaarden genieten van dit geboorteverlof. De meeouder heeft geen afstammingsband met het pasgeboren kind van haar partner.

Als je een minderjarig kind adopteert, heb je recht op een individueel krediet van maximum zes weken adoptieverlof. Dit krediet van zes weken adoptieverlof is niet overdraagbaar naar de andere adoptieouder.

Voorbeeld: Wanneer een koppel, waarvan beide werknemer zijn, een minderjarig kind adopteert, dan hebben zij allebei recht op een individueel krediet van maximum zes weken adoptieverlof. Dit krediet is niet overdraagbaar van de ene naar de andere adoptieouder.  

Voor een kind met een handicap kan dit individuele krediet worden verdubbeld.

Het individueel krediet kan met twee weken worden verlengd bij gelijktijdige adoptie van meerdere minderjarige kinderen (niet verdubbeld bij gelijktijdige adoptie van minderjarige gehandicapte kinderen).

Het adoptieverlof van maximum zes weken per adoptieouder wordt als volgt opgetrokken voor de betrokken ouder of voor beide ouders samen: 

1) met één week vanaf 1 januari 2019;
2) met twee weken vanaf 1 januari 2021;
3) met drie weken vanaf 1 januari 2023;
4) met vier weken vanaf 1 januari 2025;
5) met vijf weken vanaf 1 januari 2027.

Om aanspraak te kunnen maken op de bijkomende weken moet telkens cumulatief voldaan zijn aan twee voorwaarden. Je moet vooreerst telkens je aanvraag hebben ingediend ten vroegste vanaf de bedoelde datum (nl. 1 januari 2019, 1 januari 2023, 1 januari 2025 en 1 januari 2027). Daarnaast kan het aangevraagde adoptieverlof ten vroegste ingaan vanaf diezelfde datum.

In geval van twee adoptieouders moeten de bijkomende weken onderling tussen hen worden verdeeld.

Wanneer er twee adoptieouders zijn, moet de werknemer die deze bijkomende weken wenst op te nemen uiterlijk op het ogenblik waarop het adoptieverlof ingaat aan zijn werkgever een verklaring op eer bezorgen die, al naargelang het geval, de verdeling van deze weken tussen de twee adoptieouders of de toewijzing van deze week of weken aan de enige adoptieouder die van dit recht gebruik maakt, vastlegt.  

Een voorbeeld: Wanneer een koppel, waarvan beide werknemer zijn, een minderjarig kind adopteert, dan hebben zij allebei recht op een individueel krediet van maximum zes weken adoptieverlof. Vanaf 1 januari 2019 wordt dit individueel krediet opgetrokken met één week voor de betrokken ouder of voor beide ouders samen. Ingeval het kind op 1 april 2019 wordt ingeschreven als deel uitmakend van het gezin van de werknemers in het bevolkingsregister en beide werknemers op 3 april 2019 een aanvraag bij hun werkgever zouden indienen voor de opname van adoptieverlof vanaf 6 mei 2019, dan zal één van hen maximum zes weken adoptieverlof kunnen aanvragen en de andere maximum zeven weken (individueel krediet van zes weken + één bijkomende week te verdelen onder de adoptieouders). De werknemer die gebruik wil maken van de bijkomende week zal hiertoe een verklaring op eer moeten bezorgen aan zijn werkgever waarin wordt vastgelegd dat de bijkomende week aan hem wordt toegewezen.    

Je werkgever mag je niet ontslaan als je gebruik maakt van je recht op adoptieverlof gedurende een periode die ingaat twee maanden vóór de opname van dit verlof en eindigt één maand na het einde ervan, behalve om redenen die losstaan van de opname van het adoptieverlof.

Tijdens de eerste drie kalenderdagen van het adoptieverlof behoud je je normale loon ten laste van je werkgever.

Tijdens de rest van het adoptieverlof ontvang je geen loon, maar wordt je een uitkering toegekend via de uitbetalingsinstellingen van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (ziekenfondsen).