candidate.card.title

candidate.card.description

Je rechten op zak 2024 - Einde van de arbeidsovereenkomst

20/12/2023 | FR / NL
Hoe lang is mijn opzegtermijn als ik ontslagen word?
Hoe lang is mijn opzegtermijn als ik zelf ontslag neem ?
Zijn hogere opzegtermijnen nog mogelijk?
Wanneer gaat de opzegtermijn in?
Hoe wordt de anciënniteit in het bedrijf berekend?
Hoe wordt de opzegvergoeding berekend?
Specifieke gevallen van ontslag
Sollicitatieverlof: heb ik hier recht op?
Hoeveel sollicitatieverlof mag ik nemen? 
Ik heb een contract van bepaalde duur. Mag de werkgever of ikzelf een einde maken aan het contract?
Ik heb een nieuwe baan gevonden, kan ik mijn opzegtermijn inkorten?
Ik ben onrechtmatig ontslagen, wat kan ik doen? 

Een arbeidsovereenkomst kan niet zomaar van de ene dag op de andere verbroken worden. Dit kan alleen in onderling overleg, in geval van overmacht of om dringende redenen. Als je werkgever je toch ontslaat, heb je recht op een opzegtermijn of -vergoeding. Opgelet, sinds 1 januari 2014 gelden er nieuwe opzegtermijnen.

We geven hier de algemene regels mee. De wet voorziet heel wat uitzonderingen en bijzondere gevallen bij SWT (het vroegere brugpensioen), pensioen, periode van tijdelijke werkloosheid, herstructureringen, ziekte tijdens de opzegtermijn, ...

Blijf bij de minste twijfel over je rechten niet bij de pakken neerzitten en neem onmiddellijk contact op met je gewestelijke BBTK-afdeling.

Arbeiders en bedienden krijgen dezelfde opzegregeling. De opzegtermijn wordt sinds 01/01/2014 berekend op basis van de anciënniteit in het bedrijf en wordt uitgedrukt in weken. Per begonnen kwartaal of jaar wordt de opzegtermijn opgetrokken zoals aangegeven in de onderstaande tabel. Van zodra je een nieuwe periode van 3 maanden of een nieuw jaar aanvat, val je in de daarmee overeenstemmende schijf.

 

Anciënniteit   

Opzegtermijn (in weken)  

Van 0 tot minder dan 3 maanden 1
Van 3 tot minder dan 4 maanden3
Van 4 tot minder dan 5 maanden4
Van 5 tot minder dan 6 maanden5
Van 6 tot minder dan 9 maanden 6
Van 9 tot minder dan 12 maanden 7
Van 12 tot minder dan 15 maanden 8
Van 15 tot minder dan 18 maanden 9
Van 18 tot minder dan 21 maanden 10
Van 21 tot minder dan 24 maanden 11
Van 2 tot minder dan 3 jaar 12
Van 3 tot minder dan 4 jaar 13
Van 4 tot minder dan 5 jaar  15 
Van 5 tot minder dan 6 jaar 18
Van 6 tot minder dan 7 jaar 21
Van 7 tot minder dan 8 jaar 24
Van 8 tot minder dan 9 jaar27
Van 9 tot minder dan 10 jaar 30
Van 10 tot minder dan 11 jaar 33
Van 11 tot minder dan 12 jaar 36
Van 12 tot minder dan 13 jaar 39
Van 13 tot minder dan 14 jaar 42
Van 14 tot minder dan 15 jaar 45
Van 15 tot minder dan 16 jaar 48
Van 16 tot minder dan 17 jaar 51
Van 17 tot minder dan 18 jaar 54
Van 18 tot minder dan 19 jaar 57
Van 19 tot minder dan 20 jaar 60
Van 20 tot minder dan 21 jaar 62
Van 21 tot minder dan 22 jaar 63
Van 22 tot minder dan 23 jaar 64
Van 23 tot minder dan 24 jaar 65
 

 

 

 

 

 

 

De berekening van de opzegtermijn gebeurt in twee stappen. De eerste stap betreft de dienstanciënniteit verworven bij de werkgever op 31/12/2013 en de daarmee overeenstemmende opzegtermijn op basis van de destijds geldende wetgeving. De tweede stap betreft de dienstanciënniteit verworven vanaf 1/01/2014 en de daarmee overeenstemmende opzegtermijn op basis van de nieuwe wetgeving vanaf 1/01/2014. De resultaten van beide berekeningen moeten opgeteld worden. Ze vormen samen de totale na te leven opzegtermijn of het bedrag van de eventuele opzegvergoeding.

Voor zogenaamde hogere bedienden (met een brutojaarloon van meer dan € 32.254) blijven de opzegclausules die golden op 31 december 2013 volledig van kracht.

 

Deel 1: de “vastgeklikte rechten”

Dit is de opzegtermijn die je hebt opgebouwd op 31/12/13 op basis van de vorige wetgeving.

Op 31/12/2013 was je brutojaarloon…

... lager dan € 32.254?

 

Tel 3 maanden opzeg per begonnen schijf van 5 jaar anciënniteit

... hoger dan € 32.254?

 

Tel 1 maand opzeg per begonnen jaar anciënniteit met een min. van 3 maanden

= _ _ maanden

+

Deel 2: de “opgebouwde rechten”

in het nieuwe stelsel: dit is je anciënniteit vanaf 01/01/2014 tot het moment van ontslag

Opzegtermijn in weken afhankelijk van de begonnen anciënniteitsperiode

0 maand...........................1 week

3 maanden.......................3 weken

6 maanden.......................6 weken

9 maanden.......................7 weken

1 jaar................................8 weken

enz.

Zie bovenstaande tabel “Lengte van de opzegtermijn” als je contract dateert van 1/01/2014 of later.
=   _ _ weken

Net als bij de bedienden wordt je anciënniteit opgesplitst in twee stukken:

  1. de anciënniteit vóór 2014 geeft recht op een opzegtermijn volgens de oude regeling (nadeliger). Naargelang van je paritair comité worden de opzegtermijnen vastgelegd bij koninklijk besluit, zo niet door cao nr. 75. Er dient ook een onderscheid te worden gemaakt tussen de arbeiders van wie het contract is ingegaan vóór 1 januari 2012 of vanaf 1 januari 2012; 
  2. de anciënniteit vanaf 2014 geeft recht op een opzegtermijn volgens de nieuwe regeling (voordeliger).

Beide stukken worden opgeteld en vormen de opzegtermijn. 

Aangezien er nadeligere opzegtermijnen van toepassing zijn (deel I) dan bij de bedienden, zal de RVA de opzegtermijn of -vergoeding die je normaal van je werkgever ontvangt, aanvullen tot het equivalent van de opzegtermijn of -vergoeding waarop je recht zou hebben indien je anciënniteit volledig was opgebouwd onder de voordeligere regeling vanaf 2014. Dit is een nettobedrag (vrijgesteld van RSZ en bedrijfsvoorheffing).

Deze aanvulling noemen we de ontslagcompensatievergoeding.

De ontslagcompensatievergoeding wordt uitgedrukt in een bedrag dat we verkrijgen door een nettobedrag te vermenigvuldigen met een aantal kalenderdagen. Het is een nettovergoeding, gelijkgesteld met een opzegvergoeding (= opent rechten voor alle takken van de sociale zekerheid uitgezonderd de jaarlijkse vakantie), maar is niet cumuleerbaar met werkloosheidsuitkeringen. 

Neem voor meer informatie gerust contact op met je gewestelijke BBTK-afdeling. 

Voor de opzegging door de werknemer zijn ook termijnen voorzien. Deze komen overeen met de helft van de opzegtermijnen die zouden moeten worden nageleefd in geval van opzegging door de werkgever maar wel met een maximum van 13 weken. Deze termijnen zijn dezelfde voor arbeiders en bedienden.

AnciënniteitDuur van de opzegtermijn
Van 0 tot minder dan 3 maanden1 week
Van 3 tot minder dan 6 maanden2 weken
Van 6 tot minder dan 12 maanden3 weken
Van 12 tot minder dan 18 maanden4 weken
Van 18 maanden tot minder dan 2 jaar5 weken
Van 2 tot minder dan 4 jaar6 weken
Van 4 tot minder dan 5 jaar7 weken
Van 5 tot minder dan 6 jaar9 weken
Van 6 tot minder dan 7 jaar10 weken 
Van 7 tot minder dan 8 jaar12 weken
Vanaf 8 jaar13 weken

Je opzegtermijn wordt berekend in twee delen.

Het eerste deel wordt berekend op je anciënniteit tot 31 december 2013, d.w.z. anderhalve maand per begonnen schijf van 5 jaar anciënniteit. 

Het tweede deel wordt berekend op je anciënniteit vanaf 1 januari 2014 (zie tabel op vorige pagina).

De totale opzegtermijn bestaat dan uit de som van beide delen. Deze termijn is beperkt tot 13 weken. Sinds 28 oktober 2023 wordt er voor bedienden die zelf ontslag nemen geen onderscheid meer gemaakt tussen zogenaamde hogere en lagere bedienden.

Net als bij ontslag door de werkgever is de algemene regeling bij ontslag door de werknemer gebaseerd op een kliksysteem.

In geval van ontslag uit een arbeidsovereenkomst die vóór 1 januari 2014 is ingegaan, wordt de door de werknemer in acht te nemen opzegtermijn vastgesteld door de volgende twee uitkomsten bij elkaar op te tellen: Deel IDeel II

Deel I van de opzegtermijn wordt berekend naargelang van de anciënniteit verworven sinds de indiensttreding bij je werkgever tot 31 december 2013.

Voor de berekening van deel I moet men zich baseren op de wettelijke, reglementaire of conventionele bepalingen die van toepassing waren op 31 december 2013. Het gaat als het ware om een foto van de verworven rechten op die datum. 

Deel II van de opzegtermijn wordt berekend naargelang van je anciënniteit verworven sinds 1 januari 2014 tot het ogenblik van je ontslag (zie tabel op pagina ?).

De totale opzegtermijn wordt berekend door het resultaat van deel I en deel II op te tellen, dit met een maximum van 13 weken.

Niet op sectoraal vlak. Maar concreet kan dus nog steeds op bedrijfsniveau (bijv. collectief in het kader van herstructureringen) en ook individueel afgeweken worden van de nieuwe termijnen.

Onthoud ook dat er geen opzegtermijnen kunnen worden bepaald die voor de werknemer minder gunstig zijn dan de wettelijke opzegtermijnen.

De opzegtermijn begint voor alle werknemers te lopen vanaf de eerste maandag volgend op de week waarin de opzeg werd betekend.

Indien het contract met een aangetekende brief wordt opgezegd, heeft deze brief slechts uitwerking de derde werkdag na verzending. Daar verandert er dus niets.

Verschillende opeenvolgende arbeidsovereenkomsten bij dezelfde werkgever komen eveneens in aanmerking voor de berekening van de anciënniteit. De periodes van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst moeten ook worden meegeteld.

Een uitzendkracht die een vast contract kreeg aangeboden, en in dezelfde functie aan de slag bleef voor dezelfde werkgever (zonder dat zijn uitzendcontract langer dan 7 dagen werd onderbroken), telt maximaal 1 jaar van zijn anciënniteit als uitzendkracht mee voor de berekening van zijn anciënniteit.

Aangezien de nieuwe opzegtermijnen worden uitgedrukt in weken, wordt het wekelijks loon als volgt berekend: 

maandloon en de voordelen waarop je recht hebt op het moment waarop je ontslag betekend wordt x 3
13

Wanneer je loon/voordeel geheel of gedeeltelijk variabel is, dient rekening te worden gehouden met het gemiddelde van die lonen en/of voordelen in de twaalf maanden voorafgaand aan het ontslag.

Er bestaan specifieke regels voor volgende gevallen:

  • opzeg in het kader van de tewerkstellingsprogramma’s;
  • opzeg tijdens de periode van tijdelijke werkloosheid;
  • opzeg in geval van pensioen;
  • opzeg in geval van vervroegd pensioen;
  • (verkorte) opzeg in geval van SWT (vroegere brugpensioen) bij herstructurering;
  • tegenopzeg.

Neem voor meer informatie contact op met je gewestelijke BBTK-afdeling.

Tijdens je opzegtermijn vrijaf nemen om een nieuwe job te zoeken met behoud van loon: dat is sollicitatieverlof. Het is hierbij niet van belang of je zelf ontslag neemt dan wel ontslagen bent.

De nieuwe regelgeving voorziet dat het sollicitatieverlof 1 dag (of 2 halve dagen) per week bedraagt tijdens de laatste 26 weken van de opzegtermijn. De periode vóór deze laatste 26 weken heb je recht op één halve dag per week.

Als je tijdens de opzegtermijn bovendien kan genieten van een outplacementbegeleiding, heb je recht op een sollicitatieverlof van één dag (of 2 halve dagen) per week gedurende de volledige duur van de opzegtermijn.

Als deeltijdse werknemer heb je recht op sollicitatieverlof in verhouding tot je arbeidsduur.

Het principe van arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk is dat ze normaal gezien moeten worden uitgevoerd tot het overeengekomen einde.

Arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk kunnen volgens de gewone opzegregels beëindigd worden tijdens de eerste helft van deze overeenkomst, met weliswaar een maximum van 6 maanden.

De periode waarbinnen elke partij de overeenkomst van bepaalde duur kan beëindigen via opzeg wordt niet geschorst bijv. door ziekte of jaarlijkse vakantie (dit in tegenstelling tot de normale regels) en begint te lopen vanaf de aanvang van de overeenkomst.

Bij opeenvolgende contracten voor een bepaalde duur of een duidelijk omschreven werk zal het enkel de eerste arbeidsovereenkomst zijn die eenzijdig kan worden beëindigd door middel van een opzegtermijn.

De manier waarop de opzeg bij dit soort contracten gegeven wordt moet dezelfde zijn als bij een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur. Deze termijn vangt aan op de maandag volgend op de week waarin hij ter kennis werd gebracht. De opzegtermijnen die moeten worden gehanteerd, zijn de gewone termijnen van de contracten van onbepaalde duur (zie verder).

Als de werkgever vóór het verstrijken van de termijn maar ná de eerste helft van het contract een einde maakt aan het contract van bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk, zal hij een vergoeding moeten betalen die het contract tot de einddatum dekt met het dubbele van de wettelijke termijn als maximum.

Wanneer je arbeidsovereenkomst werd opgezegd door je werkgever, kan je (arbeider of bediende) op jouw beurt de overeenkomst opzeggen met een verkorte opzegtermijn als je een andere job gevonden hebt. In dit geval spreken we van een “tegenopzeg”. 

Je moet dan de volgende termijnen naleven:  

Anciënniteit  Tegenopzeg (in weken)  
Van 0 tot minder dan 3 maanden 1
Van 3 tot minder dan 6 maanden 2
Van 6 maanden tot minder dan 12 maanden 3
Vanaf 1 jaar 4

Opgelet, dit heeft als gevolg dat:

  • als je om één of andere reden toch niet bij je nieuwe werkgever aan de slag kan gaan, je niet onmiddellijk recht op werkloosheidsuitkeringen zal hebben. Je zal immers niet als onvrijwillig werkloos beschouwd worden.
  • de opzegtermijn niet meer geschorst wordt in geval van ziekte, jaarlijkse vakantie, …

Bij de harmonisering van de statuten van arbeiders en bedienden in 2014 werd het stelsel van onrechtmatig ontslag van arbeiders (art. 63 van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten) vervangen door de algemene verplichting tot motivering van ontslag van arbeiders en bedienden (cao nr. 109 van de NAR).

Die cao nr. 109 van de NAR sanctioneert het kennelijk onredelijk ontslag met een vergoeding ten laste van je werkgever, variërend tussen 3 en 17 weken naargelang van de gradatie van de onredelijke aard van het ontslag.

Werd je onrechtmatig ontslagen, neem dan zeker contact op met de juridische dienst van je gewestelijke BBTK-afdeling.