Inleiding
Beste werknemer,
Welkom bij de BBTK. Welkom bij de BBTK. Wij zijn de centrale binnen het ABVV die jouw belangen altijd maximaal verdedigt. We doen dit op alle mogelijke niveaus van het sociaal overleg: van het sectoroverleg binnen het paritair comité tot in je onderwijsinstelling.
Op deze pagina geven we je een overzicht van de belangrijkste collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO’s) en maatregelen die voor de werknemers in het paritair comité 152.01 (arbeiders in het gesubsidieerd vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap) van toepassing zijn. Je vindt hier de minimale sectorale afspraken die gemaakt zijn. Het is mogelijk dat jouw werkgever hiervan afwijkt, maar dit moet steeds in het voordeel zijn van de werknemers – en dus een verbetering van de sectorale afspraken zijn.
Heb je na het lezen nog vragen of opmerkingen? Neem gerust contact op met je BBTK-delegees of je lokale BBTK-afdeling. De adressen per afdeling vind je op onze website.
Samen sterk!
Evert Persoon
Federaal secretaris Social Profit
Je arbeidsovereenkomst
Een arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur of bepaalde duur. Een arbeidsovereenkomst die gesloten is voor bepaalde duur moet, in tegenstelling tot een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur, schriftelijk opgesteld worden en geldt voor een duidelijk omschreven taak. Als hier niet aan is voldaan, wordt deze arbeidsovereenkomst beschouwd als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur. Normaal gezien zullen ook arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur schriftelijk worden afgesloten.
De arbeidsovereenkomst voor opvoeders in internaten wordt geacht van onbepaalde duur te zijn, met uitzondering van vervangingsovereenkomsten.
Je arbeidsduur
De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur in de sector ligt op 38u per week voor voltijdse werknemers. In afwijking hiervan hebben de volgende categorieën een wekelijkse arbeidsduur van 36u per week:
- Administratief personeel (m.u.v. het administratief personeel in de hogescholen)
- Opvoeders in internaten
- De arbeidsduur van 36u wordt gespreid over 5 dagen per week en mag de grens van 9u per dag niet overschrijden. Indien de 36-urenweek niet gerespecteerd wordt, worden compensatiedagen toegekend zodat de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 36u wel gerespecteerd is over de periode van één schooljaar (1 september tot 31 augustus). Deze compensatiedagen worden opgenomen op dagen waarop de internen niet aanwezig zijn.
De minimale duur van een werkperiode is normaal gezien 3u. Voor sommige categorieën kan dit verminderd worden naar:
- Minimaal 2u:
- Gastprofessoren in het hoger onderwijs
- Minimaal 1u:
- Werknemers belast met busbegeleiding
- Werknemers belast met toezicht bij leerlingen
- Werknemers belast met voor- en naschoolse opvang
- Werknemers belast met bewakingsopdracht van school- en internaatsgebouwen na schooltijd
- Studiemeesters-opvoeders van de internaten voor de periodes tijdens dewelke zij belast zijn met middagtoezicht
- Levende modellen in het kunstonderwijs
Je loon
Je kan de barema’s die gelden vanaf december 2023 vinden op onze website. Let op: dit zijn sectorale minimumbarema’s. Het is dus mogelijk dat jij momenteel een hoger loon ontvangt dan het geldende minimumbarema. Onthoud dat je nooit minder kunt verdienen dan de minimumbarema’s in je sector.
Je eindejaarspremie
Administratieve medewerkers (m.u.v. het personeel van de hogescholen), de begeleiders en de opvoeders in internaten hebben recht op een eindejaarspremie waarvan het bedrag gelijk is aan het loon van december. Voor de rest van het personeel bedraagt de eindejaarspremie 58,14% van het loon van december.
Daarnaast is er ook een aanvullende premie voor sommige functies:
- Voor het contractueel en gesubsidieerd personeel (m.u.v. de bedienden in de hogescholen, de bedienden die werken als opvoeder in een internaat, de administratief medewerkers en de zonale busbegeleiders) bedraagt de aanvullende premie 20% van de gewone eindejaarspremie.
- Voor zonale busbegeleiders bedraagt de aanvullende eindejaarspremie maximaal 252,06 euro. De concrete berekening wordt gedaan volgens de formule (252,06 x TWV1 x 1/10) + (252,06 x TWV2 x B/10). TWV1 is de wekelijkse arbeidsvolume van de overeenkomst op 1 februari gedeeld door 38. A is het aantal maanden in dienst in de periode van januari tot juni. TWV2 is het wekelijks arbeidsvolume van de overeenkomst op 1 oktober gedeeld door 38. B is het aantal maanden in dienst in de periode van september tot december.
De eindejaarspremie wordt in december uitbetaald.
Verplaatsingsonkosten
Voor woon-werkverkeer geldt de volgende regeling:
- Openbaar vervoer: volledig terugbetaald.
- Privévervoermiddel:
- Fiets
- Per afgelegde kilometer heb je recht op 0,35 euro/km met een plafond van 2500 euro per jaar.
- Deze vergoeding geldt ook voor elektrische fietsen en speedpedelecs.
- Let op: studiemeester-opvoeders in de internaten en administratieve medewerkers hebben recht op 0,21 euro/km.
- Andere vervoermiddelen
- Fiets
Vanaf de vijfde afgelegde kilometer heb je recht op een bijdrage van je werkgever. Deze bijdrage is gebaseerd op de abonnementskosten voor treinverkeer en bedraagt 75% van deze kosten.
Voor dienstverplaatsingen, andere dan woon-werkverkeer, in opdracht van je werkgever heb je recht op 0,4269 euro/km euro/km wanneer je je eigen privévervoermiddel gebruikt.
Om recht te hebben op een vergoeding van je verplaatsingskosten dien je de afgelegde afstand te vermelden in een verklaring op eer. Bij gecombineerd gebruik van verschillende verplaatsingsmiddelen vergoedt je werkgever je telkens volgens de modaliteiten die gelden voor elk verschillend gebruik.
Je vervoerskosten worden minstens één keer per maand terugbetaald door de werkgever.
Arbeidsongeschiktheid
Eerst en vooral is het belangrijk dat je onmiddellijk je werkgever verwittigt wanneer je arbeidsongeschikt bent. Daarna moet je binnen de twee werkdagen die volgen een medisch attest bezorgen aan je werkgever. De specifieke regels over hoe je dit medisch attest kan bezorgen (elektronisch, aangetekend etc.) kan je vinden in je arbeidsreglement. Sinds 2023 moet je voor de eerste dag ziekte geen attest meer bezorgen, en volstaat het om je werkgever onmiddellijk te verwittigen. Dit is drie keer per jaar mogelijk, vanaf de vierde keer zal je wel moeten voorzien in een attest.
Je hebt als bediende recht op één maand gewaarborgd loon bij ziekte. Nadien heb je recht op een uitkering van je ziekenfonds. Bij een contract van bepaalde duur van minder dan drie maanden heb je geen recht op gewaarborgd loon en ontvang je onmiddellijk een uitkering van je ziekenfonds.
Je verlof
Het aantal verlofdagen waar je recht op hebt verschilt naargelang je functie:
- Administratief personeel (m.u.v. het personeel in de hogescholen) heeft recht op minimum 30 dagen.
- Wettelijke feestdagen en vervangende verlofdagen: 1 januari, Paasmaandag, 1 mei, O.H. Hemelvaart, Pinkstermaandag, 21 juli, Tenhemelopneming, Allerheiligen, 11 november, Kerstmis
- Reglementaire verlofdagen: 11 juli, 2 november en 26 december
- Jaarlijkse vakantiedagen
- Opvoeders in internaten hebben recht op betaald verlof tijdens de kerstvakantie, de paasvakantie en de zomervakantie. Ze kunnen tijdens deze periode maximum 10 dagen opgeroepen worden voor pedagogische en administratieve taken.
Voor administratief personeel (m.u.v. het personeel in de hogescholen) zijn er extra verlofdagen. Zoals hierboven vermeld heeft administratief personeel recht op minimum 30 verlofdagen. Vanaf ze de leeftijd van 45 jaar bereiken op 1 juli van het lopende kalenderjaar wordt dit verhoogd:
- 45-50 jaar: 31 verlofdagen
- Vanaf 50 jaar: 32 verlofdagen
- Vanaf 60 jaar: 33 verlofdagen
- Vanaf 61 jaar: 34 verlofdagen
- Vanaf 62 jaar: 35 verlofdagen
- Vanaf 63 jaar: 36 verlofdagen
- Vanaf 64 jaar: 37 verlofdagen
Vrijstelling van arbeidsprestaties (‘rimpeldagen’)
Er is in je sector een regeling voor VAP-dagen, oftewel vrijstelling van arbeidsprestaties met behoud van loon. Deze regeling geldt echter niet voor het personeel in de hogescholen, het leerlingvervoer in het buitengewoon onderwijs, het administratief personeel en de studiemeesters-opvoeders in internaten. Daarnaast is het ook afhankelijk van onderwijsinstelling tot onderwijsinstelling of het recht op VAP-dagen bestaat. Dit komt doordat onderwijsinstellingen in het verleden konden intekenen op dit systeem, maar scholen die dit destijds niet hebben gedaan kunnen dit niet meer doen. Ga dus goed na of je in jouw onderwijsinstelling recht hebt op VAP-dagen.
Scholen kunnen maximum 20 VAP-dagen toekennen. Zoals eerder vermeld, ontvang je voor deze VAP-dagen je normale loon. VAP-dagen tellen voor je eindejaarspremie dan ook mee als effectief gewerkte dagen.
- Werknemers met een contract van bepaalde duur (minimum een volledig schooljaar):
- 10 VAP-dagen voor niet-zonale busbegeleiders en busbestuurders en toezichters/begeleiders in voor- en naschoolse opvang en middagtoezicht
- 5 VAP-dagen voor keukenhulpen, hulpkoks, koks en chef-koks.
- Werknemers met een contract van onbepaalde duur hebben recht op 15 VAP-dagen. Dit wordt verhoogd naar 20 VAP-dagen indien de werknemer is tewerkgesteld in een flexibele arbeidsregeling.
Alle VAP-dagen moeten ten laatste een week voor de herfstvakantie vastgelegd worden en ten laatste op 31 augustus opgenomen zijn. Als je arbeidsovereenkomst tijdens een VAP-dag geschorst is, bijvoorbeeld door ziekte, kan je dit niet verzetten en verlies je deze VAP-dag dus.
Tijdskrediet
Tijdskrediet is een individueel recht om je loopbaan te onderbreken of je prestaties gedurende je loopbaan te verminderen. Dit recht garandeert dat je achteraf terug aan het werk kan in je oorspronkelijke werkregeling. Tijdens het tijdskrediet krijg je een vergoeding om het loonverlies te compenseren. Naast het tijdskrediet met motief bestaat er ook een bijzondere vorm van tijdskrediet voor oudere werknemers, de landingsbanen genoemd. Hierop wordt verder ingegaan onder het hoofdstuk ‘eindeloopbaan’.
Binnen het tijdskrediet met motief wordt er een onderscheid gemaakt naargelang het motief:
- Tijdskrediet met motief opleiding: maximum 36 maanden.
- Tijdskrediet met motief zorg (zorgen voor je kind dat jonger is dan 8 jaar, palliatieve zorgen verlenen of zorg/medische bijstand verlenen aan een zwaar ziek gezins- of familielid tot de 2de graad): maximum 51 maanden.
Let op: om recht te hebben op het opnemen van tijdskrediet met motief moet je minstens 24 maanden anciënniteit hebben.
Tijdens het opnemen van tijdskrediet met motief kan je een onderbrekingsuitkering krijgen van de RVA om het verlies van loon te compenseren. Daarbovenop kan je ook in aanmerking komen voor de Vlaamse aanmoedigingspremie. Heb je hier vragen over? Neem dan contact op met je BBTK-delegees of lokale BBTK-afdeling. Zij kunnen je het beste verder helpen met jouw individuele situatie.
Klein verlet
Er zijn bepaalde familiale omstandigheden of burgerlijke verplichtingen die je recht geven op ‘klein verlet’. In zo’n geval mag je afwezig zijn op het werk, maar behoud je wel je loon. Er zijn een hele reeks gebeurtenissen die het recht op ‘klein verlet’ openen. Denk bijvoorbeeld aan een begrafenis of een huwelijk van een familielid, of je eigen huwelijksfeest of wettelijke samenwoning. Je kan een gedetailleerde lijst van deze gebeurtenissen terugvinden in je arbeidsreglement. Raak je er niet aan uit? Aarzel niet om je BBTK-delegee aan te spreken.
Let op: studiemeesters-opvoeders in internaten hebben recht op 3 dagen i.p.v. 2 dagen klein verlet bij hun huwelijk en kunnen na het overlijden van hun echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner of hun kind 10 dagen opnemen in het jaar na de het overlijden en zijn niet gebonden aan de wettelijke bepalingen die stellen dat 3 van de 10 dagen opgenomen moeten worden meteen na het overlijden.
Sociaal verlof
Het sociaal verlof, of verlof om dwingende redenen, geeft je recht op tien dagen onbezoldigde afwezigheid per jaar. Dwingende redenen zijn onvoorzienbare gebeurtenissen die een dringende en noodzakelijke tussenkomst vereisen. Een aantal voorbeelden zijn ziekte, ongeval of hospitalisatie van een persoon die met de werknemer samenwoont, of schade aan de woning van de werknemer door een brand of natuurramp.
In zo’n gevallen verwittig je je werkgever op voorhand, of zo snel mogelijk, en mag je de tijd die nodig is afwezig zijn, met een maximum van 10 dagen per jaar.
Eindeloopbaan
Vanaf de leeftijd van 55 jaar tot aan je pensioen kan je je arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse betrekking of met 1/5de. Deze zogenaamde landingsbanen zijn mogelijk als je voldoet aan de volgende voorwaarden:
- Je werkt in een bedrijf in herstructurering of moeilijkheden OF
- Je bent een werknemer met een lange loopbaan (35 jaar als loontrekkende) OF
- Je hebt gewerkt in een zwaar beroep gedurende 5 jaar in de afgelopen 10 jaar of 7 jaar in de afgelopen 15 jaar OF
- Je hebt gedurende minstens 20 jaar gewerkt in een regime van nachtarbeid.
Syndicale premie
Elke maand betaal je een bijdrage aan BBTK zodat wij je rechten zouden verdedigen. Als wederdienst hiervoor ontvang je jaarlijks een sociaal voordeel, de syndicale premie. In jouw sector bedraagt deze premie 90 euro als je een volledige vakbondsbijdrage hebt betaald. Als je geen volledige bijdrage hebt betaald, heb je recht op een syndicale premie in verhouding:
- 118,21-157,60 euro vakbondsbijdrage -> 67,50 euro syndicale premie
- 78,81-118,20 euro vakbondsbijdrage -> 45 euro syndicale premie
- 39,40-78,80 euro vakbondsbijdrage -> 22,50 euro syndicale premie
Om deze premie te ontvangen moet je van 1 januari tot 31 december (dit is de referteperiode) lid zijn van BBTK en tewerkgesteld zijn in de sector. Geen paniek als dat niet het geval is: wie na 1 januari lid is geworden heeft recht op een syndicale premie die in verhouding staat tot het aantal maanden dat die aangesloten is binnen de referteperiode.
Aanvullend pensioen
Tijdens je loopbaan wordt je aanvullend pensioen, ook wel de tweede pensioenpijler genoemd, opgebouwd. Om de drie maanden stort je werkgever een premie bij een pensioeninstelling. Het bedrag van deze premie staat gelijk aan 1% van je loon. Vanaf het moment dat je met pensioen gaat, wordt het opgebouwde bedrag samen met je wettelijk pensioen uitgekeerd. Je krijgt jaarlijks een overzicht van het opgebouwde bedrag via een pensioenfiche.
Let op: de tweede pensioenpijler bestaat maar sinds 2019 in jouw sector. Dit betekent dat de ‘spaarpot’ voor werknemers die toen al in dienst waren pas op dat moment is geopend.